Liefdesrelatie: Verbinden en loslaten
In het omgaan met een ander mens, zeker in liefdesrelaties, is er een ritme tussen je verbinden met de ander en weer terugkomen bij jezelf, schrijft Pamela Kribbe. Er is een ritme van verbinden en loslaten. Als je je verbindt met de ander, stel je jezelf innerlijk open. Je bent dan kwetsbaar, je staat open en neemt de ander in je op. Je bent bereid te luisteren naar hoe de ander denkt en voelt over dingen, vanuit zijn of haar eigen verleden. En je bent bereid onvoorwaardelijke liefde en steun te geven aan de ander.
Dat is de ideale vorm van je verbinden. Op een gegeven moment voel je dat het nodig is om weer bij jezelf te komen. Bij elke communicatie is er een verbinding, een samensmelting van energieën, en na verloop van tijd keer je, verrijkt, uit dat contact weer terug naar jezelf. Je aura of energieveld sluit zich dan weer, en als het goed is, voel je je dan vrij om weer helemaal je eigen veld te ‘beheren’: weer helemaal bij jezelf te zijn. Als het goed is voel je dan geen spijt of pijn, maar ben je volledig bij jezelf, en geniet je na van het contact. Je wisselt de ervaring uit met jezelf. Je integreert wat er is geweest. Totdat er weer een moment komt dat je je uitgenodigd voelt je opnieuw te verbinden met de ander.
Als de afwisseling van verbinden en loslaten op zo’n vreugdevolle manier plaatsvindt, is het goed. In wezen sta je dan op een dieper niveau altijd in contact met de ander, maar toch is er het ritme van verbinden en loslaten, omdat dat nu eenmaal hoort bij het aardse zijn, bij het mens zijn: verbinden en loslaten.
Dit is een stukje tekst uit een groter verhaal van deze Pamela, waarin zij ook ingaat op problemen in de liefde als verlatings- en bindingsangst, angsten die vanuit de wonden in onze kindertijd zijn ontstaan. Pas als we deze hebben geheeld zijn we in staat volwassen lief te hebben.
Boeiende en wezenlijke dynamieken van het leven!