Ben jij de oudste, middelste of jongste?
De plek die je als kind inneemt in de kinderrij, blijkt meestal een rode draad in je leven. “Waarom ben ik mijn broertje niet” is geschreven door Karl Konig. Wat zijn nu de verschillen tussen de posities van elk kind in de kinderij, los van familietrauma? Herken je het?
1. Enig kind
Vaak is deze mens bijzonder getalenteerd, alsof er alle ruimte wordt gegeven om dit talent te ontwikkelen. Hij heeft de ouders achter zich en de wereld wordt vaak als een drempel ervaren. Hij is geen strijd gewend en kent weinig grenzen. Het switchen tussen zichzelf en de ander is hem vreemd. Enige kinderen kunnen goed vanuit zichzelf werken, zij hebben te leren om te blijven als er een conflict is.
2. Oudste
Neemt veelal verantwoordelijkheid, legt de lat hoog en pioniert. Hij heeft het graag voor het zeggen en veelal doet hij dat op een leidinggevende plek. De verwachtingen van de ouders zijn hooggespannen. Hij is het meest gerelateerd aan zijn ouders en vervuld vaak daarmee de achterste kant van een Januskop. De voorste kant van deze kop is als een jong kind dat recht op de toekomst afstevent. Zijn eigen plek bevindt zich in de spagaat tussen die 2 gezichten en vindt hij als hij leert loslaten en niet alles zelf wil doen maar leert delegeren.
Als ouder van een oudste kun je opletten dat je je kind niet teveel belast met verantwoordelijkheden en juist meer gaat spelen met hem.
2. Tweede kind
Dat betekent vaak knokken tegen de oudste, hij heeft zich meer te leren voegen. Het is vaak relaxter voor hem, de ouders hebben geleerd ouder te zijn en hebben minder verwachtingen en regels. De tweede is vaak de flierefluiter en de dromer. Hij leert offers brengen en zijn ego te beperken waardoor hij meer verbinding krijgt met de diepere betekenis van het leven.
3. Middelste(n)
Dit kind heeft vaak meer moeite om zijn identiteit te onderkennen, ervaart zichzelf vaak als vlees noch vis. Bij wie hoor ik? Hij leert bij uitstek te laveren tussen mensen, te bemiddelen en zorg te dragen voor harmonie.
Voor ouders loert het gevaar voor te weinig aandacht voor de middelste(n).
4. Jongste kind
Het jongste kind gaat vaak in vrijheid en onbevangenheid door het leven, hij fladdert en kan zijn eigen gang gaan. Vaak verwend, een moederskind soms het pispaaltje. Vroegwijs want veel voorbeelden van de oudere kinderen waardoor hij vaak een beschouwend manier van kijken krijgt. Soms is ie het keffertje dat ook aandacht wil. Het is vaak een kunst om te achterhalen wat hij dan wil.
De bovenstaande rollen pakken niet altijd zo uit, er zijn omstandigheden waardoor het anders kan gaan. Ook de rol van de ouders doet er natuurlijk toe. Een vroegtijdig overlijden, gezinnen die zich samenvoegen of juist scheiden, leiden vaak tot grote impact op de verhoudingen. Altijd is het van belang om dit bespreekbaar te maken en de stem van alle betrokkenen te laten horen zodat de gevoelens erover tot uiting komen en plek krijgen. Wie zijn of haar plek met de bijbehorende rol niet inneemt, krijgt daar veelal last van en dat geldt ook voor het kind dat daardoor het gat opvulde en daardoor niet aan de eigen rol en taak toekwam. In familieopstellingen kan hier alsnog recht aan gedaan worden.
Stijn